Vermenigvuldigen met een rooster

Met dit systeem kan je op een eenvoudige manier, en met weinig risico op fouten, grote getallen vermenigvuldigen.
We beginnen met een rooster te tekenen op ons blad.
Het aantal kolommen van ons rooster is gelijk aan het aantal cijfers van factor 1, het aantal rijen is gelijk aan het aantal cijfers van factor 2.
Als voorbeeld zullen we 327 * 586 berekenen, dus: 3 kolommen en 3 rijen.
We noteren 327 boven de kolommen en 586 rechts naast de rijen. Vervolgens tekenen we de diagonalen.
Als volgende stap berekenen we het product van elk cijfer van factor 1 met elk cijfer van factor 2 en noteren het resultaat in de overeenstemmende cel.
Boven de diagonaal in de cel noteren we de tientallen van het product, onder de diagonaal noteren we dan de eenheden.
Dus in de eerste rij: 15 (3 * 5) in de linker cel, 10 (2 * 5) in de centrale cel en 35 (7 * 5) in de rechter cel.
In de tweede rij: 24 (3 * 8) in de linker cel, 16 (2 * 8) in de centrale cel en 56 (7 * 8) in de rechter cel
In de derde rij: 18 (3 * 6) in de linker cel, 12 (2 * 6) in de centrale cel en 42 (7 * 6) in de rechter cel.
Als derde en laatste stap maken we nu de som van de cijfers in de diagonalen.
We beginnen rechts onder en gaan dan telkens verder met de bovenliggende diagonaal. Het resultaat wordt links onder de diagonaal genoteerd.
Is de som kleiner dan 10, dan noteren we de som. Is de som groter dan 9, dan noteren we de eenheden en dragen de tientallen over naar de volgende, bovenliggende diagonaal.
De eerste diagonaal (links onder) heeft slechts één cijfer, dus noteren we 2.
De tweede diagonaal heeft drie cijfers met 12 als som. We noteren 2 en dragen 1 over naar de volgende diagonaal.
De derde diagonaal heeft vijf cijfers met 25 als som. 1 bijtellen van de overdracht = 26. We noteren 6 en dragen 2 over naar de volgende diagonaal.
De vierde diagonaal heeft vijf cijfers met 9 als som. 2 bijtellen van de overdracht = 11. We noteren 1 en dragen 1 over naar de volgende diagonaal.
De vijfde diagonaal heeft drie cijfers met 8 als som. 1 bijtellen van de overdracht = 9. We noteren 9.
De zesde en laatste diagonaal heeft slecht één cijfer en er is geen overdracht van de vorige diagonaal, dus noteren we 1.

Besluit: 327 * 586 = 191.622.


Nog een voorbeeld: 6587 * 76 = 500.612.