1089

De truc
Wat heb je nodig: een potlood, een blad papier, een grote lege asbak, lucifers en een stukje zeep.
Voorbereiding: enkele minuten vooraleer je aan de truc begint ga je even naar het WC. Maak het stukje zeep nat en met een hoek van de zeep schrijf je zorgvuldig het getal 1089 op het bovenste deel van je onderarm.
Laat alles even drogen en vervoeg terug het gezelschap.
Vraag iemand een getal van 3 cijfers te kiezen, zeg wel dat het verschil tussen het eerste en het laatste cijfer groter moet zijn dan 1.
Getallen zoals bvb. 187, 249, 386 zijn OK, maar getallen zoals bvb. 172, 584, en 928 voldoen dus niet.
Vraag hem het getal om te keren en het kleinste getal af te trekken van het grootste. Vraag hem dan om de uitkomst van de aftrekking om te keren en dit getal op te tellen bij het resultaat van de aftrekking.
Kan hij de bewerkingen niet uit het hoofd berekenen, dan mag hij gerust het blad papier gebruiken.
Vraag hem de finale uitkomst op het blad papier te schrijven, het blad te tonen aan de toeschouwers, het blad te vouwen zodat jij de uitkomst (en de eventuele bewerkingen) niet kunt zien en het gevouwen blad in de asbak te leggen.
Voorbeeld: het gekozen getal is 672, het omgekeerde getal is dan 276, 672 - 276 = 396 en 396 + 693 = 1089 (tiens, tiens, hoe zou dat komen?)
Nu steek jij het papier in brand, zorg er voor dat alles mooi opbrandt en zeg dan dat jij het getal uit de asse kunt lezen.
Neem wat asse en wrijf deze voorzichtig over je onderarm, op de plaats waar jij met zeep het getal 1089 hebt geschreven. De asse blijft in de zeep plakken en het getal 1089 komt te voorschijn op je arm.
De wiskundige uitleg
Ons origineel getal schrijven we als ABC (A voor de honderdtallen, B voor de tientallen en C voor de eenheden), het omgekeerde van dit getal is dan CBA.
Als we nu het omgekeerde getal van het originele getal zouden aftrekken, zouden we een 0 hebben voor de tientallen (want: B - B= 0).
Om deze 0 weg te werken gaan we het originele getal even anders noteren: we nemen één honderdtal weg en verdelen dat over 9 tientallen en 10 eenheden (de waarde van het originele getal verandert niet, want 1 * 100 = 9 * 10 + 10).
Ons origineel getal bestaat nu uit A-1 voor de honderdtallen, B+9 voor de tientallen en C+10 voor de eenheden.
Trekken we hier nu het omgekeerde getal (CBA) van af, dan is het resultaat van deze aftrekking: A-1-C voor de honderdtallen, 9 voor de tientallen (want: B + 9 - B = 9) en C+10-A voor de eenheden.
Het omgekeerde van dit resultaat: C+10-A voor de honderdtallen, 9 voor de tientallen en A-1-C voor de eenheden.
We tellen dit omgekeerde getal op bij het resultaat van de aftrekking, en dan we hebben als uitkomst van de optelling: A-1-C+C+10-A voor de honderdtallen, 9+9 voor de tientallen en C+10-A+A-1-C voor de eenheden.
Na vereenvoudiging hebben we: 9 voor de hondertallen, 18 voor de tientallen en 9 voor de eenheden.
We vereenvoudigen nog verder (10 tientallen wegnemen en vervangen door 1 honderdtal.
De waarde van ons getal verandert niet, want: 10 * 10 = 1 * 100), zodat onze uiteindelijke uitkomst is: 10 voor de honderdtallen, 8 voor de tientallen en 9 voor de eenheden, of anders gezegd: 1089.